Zee is zee, zou je denken. Alleen hoewel alle dagen tot nu toe best op elkaar lijken, is er nog geen dag of nacht hetzelfde geweest. Qua afstand zijn we inmiddels over de helft (ca. 900 mijl afgelegd, nog 700 te gaan), maar qua tijd is het nog de vraag hoe lang we erover gaan doen. De wind komt inmiddels exact uit de richting waar wij naar toe willen, dus duimen dat hij snel weer de goede kant op draait.
Sommige dagen zijn grauw en grijs met zeilpakkerige miezerregen, andere dagen zijn zonnig met zwembroekenweer. De nachten zijn soms helder met veel sterren, soms pikkedonker met een spoor van glitterplankton achter de boot (en discoglitters in de wc-pot als je in het donker pompt). Twee nachten geleden waren we in een spooky filmset beland: geen wolken, geen sterren, geen schijnbare wind, geen golven te zien. Wel miezerde het en leek het alsof we in de truemanshow beland waren en zo tegen het doek van het einde van de wereld konden varen. Er werden spookverhalen bedacht over ronddobberende meisjes en kabouters op het dek. Ja, onze fantasie gaat inmiddels de vrije loop, ik hoop ergens deze dagen nog Sinterklaas met surprise en gedicht te kunnen vieren, want aan creativiteit aan boord is geen gebrek.
Met enige regelmatig vraag ik me af: waarom? Waarom moet ik zo nodig op een bootje van nog geen elf meter met twee onbekende mensen de halve oceaan oversteken? Midden in de nacht 3 uur lang een stuurwiel vasthouden, terwijl mijn lichaam snakt naar mijn warme bed? Eindeloos heen en weer geslingerd worden door een oceaandeining zonder wind. Op een ander moment met wind onder helling op golven knallen en me stilletjes afvragen of alles wel heel blijft? Volledig afhankelijk zijn van moeder natuur en het restje diesel in de tank? Midden op een zee waar geen boot te bekennen is?
De laatste dagen hadden we weinig wind, hebben we veel gemotord en vaak de autopilot laten sturen. Als zeilers hadden we allemaal even de tijd nodig om het weerbericht en de situatie te accepteren. Ook hadden we ineens zeeën van tijd, omdat we niet meer om beurten hoefden te sturen, waardoor de verveling ineens kans zag toe te slaan. Potje Perudo dan maar? Gevolgd door de inmiddels bekende vraag: wat zullen we nu weer eens gaan eten? (Zie vorig blog:) Uren gaan voorbij dat we in stilte alledrie in een boek verzonken zijn. En ondertussen doet onze competitieve Cees een wedstrijdje bruin worden, terwijl hij weet dat hij dat al lang gewonnen heeft.
Ik weet niet hoe we elkaar gevonden hebben, maar de bemanning is fantastisch. (En dat schrijf ik niet alleen in de wetenschap dat ik dit blog straks weer hardop aan ze mag voorlezen haha:). We kunnen het goed met elkaar vinden en vullen elkaar nog steeds goed aan. Voor vertrek hebben we onze verwachtingen en mogelijke valkuilen besproken en het blijkt dat we goed op één lijn zitten betreft het leven aan boord. We koken om beurten zonder daar iets over af te spreken, houden van schoon schip maken en geven elkaar de ruimte. We zijn alledrie nieuwsgierig en analytisch aangelegd en we zitten in dezelfde levensfase. We kunnen eindeloos over onze levens kletsen, maar gelukkig ook veel flauwe grappen maken. Het is ook fijn dat we alledrie een eigen hut hebben waarin we ons ten alle tijden in terug kunnen trekken.
Na vannacht weet ik trouwens weer het waarom. De wind komt weliswaar uit de verkeerde richting, maar hij waait precies hard genoeg om met vol tuig over de golven te scheuren. Het halve maantje komt als een gloeiend oranje ballonnetje boven de horizon koekeloeren. Wanneer hij hoger staat, schijnt hij precies voldoende om de dansende golven te kunnen zien en tegelijk nog duizenden sterren, waarvan er af en toe eentje naar beneden valt. Ik zie felle planeten en satellieten die rondom de aarde racen. Ik ben volledig in mijn element en denk terug aan afgelopen dag, die begon met een oerkreet van Cees: Jongens, wakker worden, WALVISSEN!!! Eerst nog ver weg, maar steeds dichterbij, tot vlakvoor de boot. Ze zijn nieuwsgierig en jeeeetje wat zijn ze groot! Psshhjj, weer een spuit, gevolgd door een eindeloos lang gevaarte, misschien wel twee keer zo lang als de boot. Het water is vlak en we kunnen ze nog lang volgen in de verte. Kippenvel. Daarna ontdek ik onder de bank goddelijke vacuüm verpakte Unox hamburgers die op ons bruine langhoudbare fabrieksbrood verrukkelijk tot zijn recht komen. Gebakken uitje, augurkje erbij, wat wil een mens nog meer. Daarna hebben we gezwommen en ons getrakteerd op shampoo en een mini zoetwater douche uit de tank.
Ja, ik weet weer waarom. Omdat mijn nieuwsgierigheid en het verlangen naar avontuur het blijkbaar winnen van de angst voor het onbekende. En het leven het meervoud van lef is, en alle clichés eigenlijk gewoon waar zijn. Blablablabla… En nu is het vier uur snachts en mijn wacht zit er alweer op. Daarom :).
Hoi Iris, heerlijk om weer te lezen! Succes met je bemanning en het avontuur, heb by the way je moeder vrijdag ontmoet! Groetjes Julia